De Antyesthie Sanskaar (Uitvaartrituelen en -gebruiken binnen het Hindoeïsme)

November 13, 2011 No Comments

Achtergrond
De ‘moksha’ is voor Hindoes het moment van bevrijding uit de cyclus van geboorte, dood en wedergeboorte. Maar voor die fase is bereikt kan het lichaam keer op keer sterven, maar blijft de ‘atma’ (ziel) reïncarneren in opeenvolgende levens.

Middelen om moksha te bereiken
Er zijn vier yoga’s of paden voor het bereiken van Moksha. Zij zijn de manieren van onbaatzuchtige dienstverlening, van zelf-oplossende liefde, van absoluut onderscheidingsvermogen, en van “koninklijke” meditatieve onderdompeling.

De gebruiken beginnen reeds bij het sterfproces
De familie komt bijeen en door de ontboden priester zal eerst met behulp van gebed getracht worden de stervende te genezen. Tijdens het gebed wordt allereerst een druppel Gangeswater toegediend. Het water symboliseert het leven en de vergankelijkheid. Vervolgens wordt een blad van de tulsiplant (een basilicumsoort) in de mond gelegd. Het blad houdt de ziektekiemen op een afstand.

De Pandit (geestelijk leider) leest voor uit de Bhagavad Gita, het lied des heren, waarna de familie meebidt.

Opbaring
Na het sterven wordt de overledene thuis opgebaard of overgebracht naar het rouwcentrum. Bij de overledene thuis wordt  uit de Garudpuran gelezen. Voor de familie breekt nu een periode van 12 tot 13 dagen rouw aan. Allereerst geeft de familie bekendheid aan het heengaan via rouwcirculaires in het land en indien mogelijk de radio voor verre verwanten. Tijdens de bezoekuren komt de familie bijeen met de Pandit en worden een aantal rituelen afgewerkt, waarbij de teksten veelal voor de jongeren vertaalt wordt. Het wassen en afleggen wordt meestal door familieleden gedaan.

Voorbereiding uitvaart
De overledene wordt na de wassing veelal in traditionele dracht aangekleed. De vrouw in een sari en de man in dhoti en pagri. Binnenshuis of in het uitvaartcentrum wordt rondom de kist gezeten en gebeden voor de zielerust. De kist is dan veelal niet gesloten. De plechtigheden worden besloten met rijstballetjes (Pind)* . Deze balletjes (5 Pind)  symboliseren de elementen waaruit het lichaam is opgebouwd nl. ether, vuur, water, aarde en lucht. Daarnaast wordt door de familie bloemen, reukwerk en rijstkorrels als offer in de kist gelegd, waarna deze wordt gesloten. Dan kan de tocht naar het crematorium beginnen.

De uitvaart in het crematorium
De crematie is voor de Hindoes de basis van het uitvaartritueel, immers hoe sneller het lichaam vergaat des te sneller kan de ziel vrijkomen, en kan het lichaam terugkeren naar de elementen waaruit het is opgebouwd. De rituelen in het crematorium zijn veelal een symbolische afgeleide van de ‘gewone’ rituelen bij de lijkverbranding. De kist wordt indien mogelijk door 5 mannen op de schouders gedragen. Tijdens het dragen naar de aula van het crematorium wordt de kist 5 maal neergezet en gaat de familie (symbolisch) 5 maal zitten. Dan wordt de kist in de aula geopend en versierd met bloemenkransen. De Pandit houdt de voorgeschreven preek uit de Veda. De oudste zoon loopt 5 maal rond de kist en raakt met een aangestoken diya (lampje) wat gevuld is met ghee evenzoveel keren de lippen van de dode aan, hetgeen een symbolisch aansteken van het vuur voorstelt. Dan loopt de familie langs de kist en neemt afscheid door rijstkorrels of bloemblaadjes in de kist te leggen, tot de kist zakt of wegglijdt. Een aantal familieleden is met de Pandit ter overtuiging van de verbranding bij de invoer van de kist in de crematieoven aanwezig. De familie volgt hierna nog een bepaalde rouwprocedure die meestal 12/13 dagen duurt. 
Ceremoniële dienste volgen op de 10e , 12e of 13e dag en na halfjaar én 12 maanden. 
Het is van essentieel belang om de aanwijzingen te volgen die in de Garudpuran staat vermeld. 

Ceremoniele gebruiken bij het overlijden en de uitvaart
Als de vader is overleden, maar het gebeurt veelal ook als de moeder is overleden, scheren de zonen (en vader indien moeder is overleden) het hoofdhaar (soms op een kort staartje na), snor en baard af.
Op de tiende én twaalfde of dertiende dag wordt een vuuroffer gehouden. Na de dertiende dag vanaf de dag van crematie, vangt het gewone leven weer aan.
Indien mogelijk wordt de as overgebracht naar India en verstrooid in de Ganges. De verstrooiing van de as gebeurt in Nederland echter veelal op zee (deze staat wereldwijd gezien immers in contact met de Ganges) in aanwezigheid van de familie.
Na zes maanden en een jaar na de dood wordt weer zo’n ceremonie gehouden.

* Van wie de Pind niet is geofferd zal zwerven in de onbewoonde levensloos bos. Deze duurt 1 Kalpa, 1 Kalpa = tijdperk, uitleg: Hoelang 1 kalpa duurt,= De vier Yuga zijn, Satyuga, Tretayuga, Duaparyuga en Kaliyuga, vormen samen één Chakauri. En duizen Chakauri (dus duizend keer de vier yuga) is één Kalpa. Daarom is het heel belangrijk dat de zoon op de 10e dag de Pind moet offeren met alle rituelen die bij hoort.

 


There is no ads to display, Please add some
Total Page Visits: 2469 - Today Page Visits: 1
Tags: , , , , , , , , Vedisch

Sorry, the comment form is closed at this time.

Copy Protected by Chetan's WP-Copyprotect.