Moeder en vader zijn de eerste Guru; geestelijke Guru is de tweede en de derde Guru is de je Leraar

June 19, 2011 No Comments

Vroeg of laat komt deze vraag altijd op bij elke volgeling. De Shastra’s verklaren dat als een man een brandend verlangen heeft naar zuiverheid, het God zelf is die hem een geschikte Guru zal sturen.

Maar stel nu eens dat de Guru die we gevonden hebben, een valse leraar blijkt te zijn. Wat moeten we dan doen? Of: hoe kunnen we er zeker van zijn dat onze Guru een onkreukbaar karakter heeft? Hoe kunnen wij weten of onze Guru volkomen zuiver is in al zijn hoedanigheden? En wat moeten wij doen als we er achter komen dat hij nogal wat gebreken vertoont?

Toen we als student in het begin bij hem kwamen was er bij ons geen spoor van twijfel over zijn karakter of zijn goedheid. Want als dat er wel geweest zou zijn, zouden we natuurlijk nooit zijn leerling geworden zijn. Maar wat moeten we nu doen? Kunnen we het maken om  onze huidige Guru te verlaten en naar een ander te gaan? Komt onze loyaliteit dan niet in  het geding?

De enige uitweg uit zo’n situatie is om je niet druk te maken over de eigenschappen van je Guru. Je zocht een Guru, je vond hem en je zocht veiligheid aan zijn voeten. Je mag er dan toch vanuit gaan dat hierin de bemoeienis van Ishwara te zien is?

Volgens de Shastra’s (De Oude Geschriftenw3n) moet men niet alleen vertrouwen hebben in het feit dat God ons onze Guru zendt, maar ook dat onze Guru zelf God is. Alleen wanneer we onze Guru als een sterveling zien, kan de vraag oprijzen of de Guru tekortkomingen heeft of niet. Zo’n vraag ontstaat niet als hij Ishwara is. Als onze huidige Guru God zelf is, is er geen sprake van dat we hem zouden verlaten om een andere te zoeken.

Als we onze toevlucht genomen hebben bij een Guru, moeten we hem onvermoeibaar dienen.  We moeten ons niet bezig houden met hoe hij is en onze toewijding voor hem moet onwankelbaar zijn. Als wij ons zo opstellen, zal God zelf, door hem, ons van binnen zuiver maken en kennis op ons doen neerdalen. Zo zullen wij ‘moksha’ (bevrijding) bereiken, onafhankelijk van het feit of onze Guru zelf dat al of niet bereikt.

Als we ons niet bezig houden met onze eigen winst of verlies en als we ons niet bezig houden met onze eigen eer of oneer, als we ons in vol vertrouwen aan iemand overgeven, dan zal God ons de hoogste vorm van zelfkennis ter beschikking stellen.

Als wij ons overgeven aan een Guru, zelfs als die niet de beschikking heeft over goede kwaliteiten, zal onze geest tot volwassenheid komen. We moeten maar aannemen dat God ons naar zo’n Guru gezonden heeft om ons uit te testen en onze geest standvastig te maken.Wij kunnen ons zelf op deze manier testen.

Als wij ons een Guru wensen die met zekerheid grote wijsheid bezit, dan is dat omdat we eigenlijk te lui zijn om de rijpheid van onze eigen geest te testen. Als onze Guru wijs is, is dat niet onze verdienste. Onze devotie voor de Guru is waar het hier om gaat. Onze beloning neemt alleen toe als wij standvastig blijven in onze devotie voor de Guru –  zelfs als hij geen wijze man is.

Het is meer dan genoeg als wij onze geest onder controle houden en niet laten afdwalen en als wij ons volkomen overgeven aan onze Guru. In eerste instantie vonden wij de Guru in het vertrouwen dat hij ons zou beschermen. Als wij standvastig zijn in onze devotie voor hem –  onder alle omstandigheden – en deze devotionele houding koesteren, zullen wij van hem datgene krijgen waarvoor wij hem aanvankelijk zochten. En wij zullen het ontvangen als de genade van God.

Moeder en vader zijn de eerste Guru; geestelijke Guru is de tweede en de derde Guru is de je Leraar.


There is no ads to display, Please add some
Total Page Visits: 701 - Today Page Visits: 1
Tags: , , , , Vedisch

Sorry, the comment form is closed at this time.

Copy Protected by Chetan's WP-Copyprotect.